top of page

Doortjeshoeve

e163cbb7675f_06849-Bouwe_9-thumb-1500.jpg
a9890d31-ad37-4e8f-a3ad-8ec15d78eaf0.JPG

In 1927 is de boerderij opgericht door Jan Linschoten (opa van Frank). 

In 1963 is Piet Linschoten ( de vader van Frank) mee in het bedrijf gegaan. In 1970 is het bedrijf overgenomen door Piet.
In 1989 is Frank mee in het bedrijf gegaan en in 
1998 is het overgenomen door Frank samen met Yvonne Linschoten, met 25 melkkoeien en 120 fokzeugen. In 2007 heeft Frank de zeugen weg gedaan. De varkenshouderij ging toen al meer de industrie kant in, iets wat hij niet wilde. Hij besloot daarom om meer koeien te gaan houden en de varkens weg te doen. Uit eindelijk zijn ze gegroeid naar 75 melkkoeien. In de tussen tijd zijn 3 kinderen gekregen, Marijke, Nick en Corné. Corné zag het wel zitten om de boerderij op later termijn over te nemen en ging in 2018 mee in maatschap. In 2016 is het bedrijf in omschakeling gegaan naar biologisch en in 2018 is het officieel gecertifieerd. In 2020 kwam daar het USDA-certificaat nog bij, dit houd in dat op het hele bedrijf geen antibiotica word gebruikt. In 2022 is Shannon Tempels (de vriendin van Corné) volledig mee op het bedrijf gaan werken en kregen eind 2022 een dochter genaamd Maya Linschoten.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Ossen:

Kalfjes worden geboren, ze krijgen 3 maanden lang melk, daarna wordt het afgebouwd. Daarnaast krijgen ze nog ruwvoer verstrekt met een handje graan en ze verblijven zo lang mogelijk in het stro. 
Bij normale melkveebedrijven worden stiertjes verkocht aan de veehandelaar. Die ze weer verkoopt aan een kalverenhouderij (ook wel kalverenmester genoemd). Als er bij ons stiertjes worden geboren worden ze door de dierenarts gecastereerd, zo kunnen we ze zelf opfokken. Door ze te castreren zijn ze niet meer gevaarlijk, we willen namelijk niet dat er op eens een slooplustige stier in iemands achtertuin staat. Smaakt het vlees beter (minder taai) en kunnen ze gewoon samen in de wei met ons vrouwelijk vee. De ossen worden gemiddeld 2,5 jaar oud voor dat ze weg gaan. Bij een kalverenmester is de gemiddelde leeftijd dat ze weggaan 11-12 maanden, waarbij ze ook niet buiten komen. 

​

Fokkerij:

We fokken nu met de rassen Normandiër en fries-Hollands. Normandiër komen oorspronkelijk uit Frankrijk, het zijn echte graskoeien. Hun melk werd vooral veel gebruikt voor kaas, de wel bekende camembert kaas. Het zijn echte dubbeldoel koeien, want het vlees is ook van hoge kwaliteit. Doordat het vet door het vlees zit, het wel bekende gemarmerd vlees is het romig van smaak. Normandiër zijn in Nederland nog niet zo bekend, er zijn maar een paar bedrijven die ze heeft. Ze zijn goed te herkennen aan hun 3 kleurige vacht, zwart-wit-rood

Fries-Hollands is een zeldzaam oud runderras. Het was vroeger een van de meest gebruikte rassen in Nederland, maar na de komt van de Holsteins is het ras maar heel klein geworden.  Er zijn er ongeveer nog maar z'n 2000 ingeschreven in het stamboek. Het zijn dubbeldoel koeien die net als normandiërs het goed doen van alleen gras. Ze zijn over het algemeen wel wat kleiner als andere rassen. Ze worden wel bespiert. Ze hebben een goede vleeskwaliteit, maar geen gemarmerd vlees. Bij deze koeien zit het vet voornamelijk aan de bovenkant van het vlees. Zijn voornamelijk zwartbont, je hebt ook rode maar die hebben wij niet in het bedrijf. 

​

Wij kiezen onze stieren die wij gebruiken zorgvuldig uit, we letten erop dat alle stieren A2/A2 vererven. Hopelijk zijn we over en jaar of 4 volledig A2/A2. 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

weideseizoen:

Vanaf de leeftijd van 4 maanden gaan de kalfjes naar buiten. In het winterseizoen natuurlijk niet, dan gaan ze in het voorjaar zo snel mogelijk naar buiten. De kalveren ook wel jongvee en de ossen lopen in het weideseizoen dag en nacht buiten. Vanaf eind maart gaan de eerste groepen naar buiten en in december komen de laatste weer binnen. 

De melkkoeien gaan meestal vanaf begin april naar buiten. Ze beginnen met alleen overdag, dit komt omdat de koeien eerst moeten wennen aan het verse gras. Dit komt omdat ze op stal kuilvoer krijgen. Zodra de koeien gewend zijn aan het verse gras en als het gras goed aan het groeien is, gaan de koeien dag en nacht naar buiten. In de herfst als het gras minder hard groeit gaan de koeien snachts weer op stal. Zodra het land te nat word richting de winter dan blijven de koeien ook overdag binnen. 

​

Hoe gaan wij met ons bodem om?

We hebben graan en grasland. Dit bemesten wij met strorijke mest. Dit is omdat wij dan het water en nutriënten goed vast kunnen houden op onze grond. Door de vaste mest, zit er meer bodemleven. Doordat er meer bodemleven is zitten er veel meer weidevogels en ander wild. Zo ook bedreigde weidevogels (wulpen, patrijzen en veldleeuweriken). Op ons bedrijf worden geen bestrijdingsmiddel en kunstmest gebruikt.
 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

Op onze graan akkers worden alleen mechanische onkruid bestrijding gedaan, door middel van eggen en schoffelen. We hebben zelf een combine waarmee we het graan dorsen. Het graan wordt aan de koeien gevoerd en het stro gebruiken we weer in de stallen. Zo hebben wij een gesloten kringloop.

Wij maaien de natuurgebieden met zo veel mogelijk met een maaibalk. waar geen hard draaiene delen aan zitten. Deze maaier knipt het gras ipv afslaat. Daardoor bespaar je aanzienlijk veel meer insecten. 

​

Verder hebben wij 2 hectare ingericht met: bloemenranden, vogeldrinkplaats, keverbank, wilgenbomen, lindebomen, struweelhaag, wintervoedselveldjes en graanstroken met oude graansoorten. De graanstroken laten we staan voor de vogels en wild. 

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kippenkar:

In onze mobiele  kippenkar zitten 100 biologische kippen. Ze hebben elke dag onbeperkt toegang tot buiten waar ze verse gras en kruiden kunnen eten. We verzetten de kippenkar regelmatig zodat het aanbod van gras en kruiden vers blijft. De eieren verkopen wij aan huis in de automaat. 

​

​

​

fa17ec2f9245_06371-Astral-thumb-1500.jpg
thumbnail_1000002289.jpg
thumbnail_1000002287.jpg
8a0e141a-d8be-40f4-94c5-108545a9288c.JPG
bottom of page